Print deze pagina
Geschreven door  Br. Ignatius Maria
in Utrecht
Hits 12825

Woord van de pastoor

DSC 1794Over een maand – in januari – is het 10 jaar geleden dat de broeders op verzoek van de aartsbisschop naar de H. Gerardus Majellaparochie toe kwamen. Wat een geschenk voor ons broeders om in deze mooie, levendige parochie te mogen werken! Wij zijn kardinaal Eijk ontzettend dankbaar voor het vertrouwen dat hij in de broeders heeft gesteld. En hopelijk hebben we iets kunnen teruggeven in deze jaren.

Op 2 en 3 februari 2019 zullen we daarom ook samen met de aartsbisschop feest vieren uit dankbaarheid voor alle zegeningen van God en de bijstand van de Heilige Geest. Maar we willen vooral vooruit kijken met de vraag: Wat wilt u van ons, Heer? Wat zijn uw plannen met deze parochie? Volgens mij mogen we niet te klein denken (dat hebben we al bewezen door de nieuwe pastorie die in het souterrain langzaam vorm krijgt)! ‘Gods gedachten zijn groter dan onze gedachten en Zijn wegen groter dan onze wegen’, lezen we al bij de profeet Jesaja. In onze parochie hebben we hopelijk definitief afscheid genomen van het woordje “nog”: Hoeveel mensen kerken er “nog”? Hoeveel priesters zijn er “nog”? … We mogen aan de toekomst denken en aan de toekomst bouwen. Misschien moeten we het woordje “al” in ons kerkelijk vocabulaire weer invoeren: Hoeveel kerkgangers zijn er “al”? Hoeveel roepingen hebben we “al”? …

We beginnen met de Adventstijd. Een tijd van verwachting. Een tijd van het ontstaan van iets nieuws. Het nieuwe is nog niet volledig zichtbaar, maar het is er “al” (ziet u, het werkt)! Maria is in verwachting van Jezus, en er zijn trouwens “al” weer meerdere moeders in onze parochie in verwachting.

Als we vernieuwing willen dan moeten we mensen van de Advent zijn, mensen van verwachting. D.w.z. mensen die een vaste, onwankelbare hoop hebben dat God zelf ingrijpt, dat Hij zelf de harten zal raken zodat mensen de weg naar de kerk weer vinden. Maar we moeten ook mensen zijn zoals Maria en Jozef die bereid zijn zich door God te laten roepen om mee te werken aan de opbouw van Zijn rijk. Maria heeft zich volledig aan God toegewijd, ze was volledig beschikbaar voor Gods plannen: “Mij geschiede naar uw woord.” Op 8 december vieren we haar als de “Onbevlekte”. Meer dan wie dan ook leeft ze van Gods genade, in haar persoon wordt duidelijk dat aan het begin van ieder vruchtbaar werk altijd de genade Gods staat en niet onze eigen vermogens. Maar bij Maria blijft het niet daarbij. De genade die ze heeft ontvangen wordt vruchtbaar in haar Fiat: ze wordt moeder van de Zoon van God.

Laten ook wij onze doopgenade volledig tot bloei laten komen door ons leven in dienst van God te stellen – ieder volgens zijn levensstaat. Mogen de woorden van de moeder Gods in deze Advent ons onophoudelijk gebed zijn: “Zie ik ben de dienstmaagd des Heren. Mij geschiede naar uw woord.” 

Een gezegende Advent toegewenst,

p.Ignatius Maria, pastoor