Print deze pagina
Geschreven door  Br. Ignatius Maria
in Utrecht
Hits 2381

Laat de kinderen tot mij komen

Column diaken Jouke Schat

Kind zijn in deze tijd is waarachtig geen sinecure. In het jaarrapport 2017 van de Europese organisatie “Missing children”[1] staat dat in Europa elke 2 minuten een kind verdwijnt. Elke 2 minuten een kind weg! Dat is niet omdat het kind het thuis of op school of bij het buitenspelen zo leuk heeft. Weliswaar komt de meerderheid van de kinderen wel weer boven water maar minstens een vijfde  blijft weg. En van de kinderen die (al dan niet vrijwillig) terugkomen, is het overgrote deel getraumatiseerd. Veel kinderen waren waarschijnlijk al getraumatiseerd vóór ze wegliepen. Vaak is het trauma de reden voor het weglopen. Want er zijn veel bedreigingen voor een kind dat normaal gesproken in vrede en vreugde moet kunnen opgroeien:  mishandeling, (seksuele) uitbuiting, armoede, ontvoering. Kunnen U en ik als eenvoudige katholieken misschien iets doen, wij die van onze Voorganger hebben geleerd hoe belangrijk kinderen zijn voor onze wereld en voor onszelf?

Om te beginnen kunnen we zelf het goede voorbeeld geven waarbij we moeten erkennen dat geen enkele ouder het altijd perfect zal doen. Maar er is al een wereld gewonnen als de ouders zorgen voor een warm nest waar liefde en aandacht, voorspelbaarheid en uitlegbare grenzen kernwaarden zijn. Elke ouder weet dat het niet altijd gemakkelijk is om daaraan vast te houden. Er zijn vele verstorende factoren. Die kunnen uit de buitenwereld komen maar ook vanuit onszelf: onze eigen imperfecties spelen natuurlijk ook een rol. We zijn mens en dus maken we fouten. Onze ouders deden dat ook en wij hebben ons voorgenomen om die fouten niet zelf te maken. Maar dat lukt niet altijd en daarnaast maken we zelf weer andere fouten. Wat enorm helpt is die fouten in het dagelijks gesprek met onze Schepper aan de orde stellen. Hij schenkt vergeving en geeft nieuwe kracht voor het vervolg van ons opvoedingswerk.

Kunnen we misschien als kerk ook iets doen? Dat is een spannende vraag in een tijd waarin we nog steeds verhalen horen over misbruik door geestelijken (maar ook leken). Zonder iets af te doen aan het vreselijke leed dat het misbruik heeft veroorzaakt en nog wel geruime tijd zal blijven veroorzaken kunnen we die vraag toch voorzichtig met ja beantwoorden. Zeker nu we als gevolg van dat leed ons bewustzijn van de mogelijkheid van misbruik hebben vergroot en we ook procedures hebben vastgelegd die nieuw misbruik moeten voorkomen. Om nog maar te zwijgen over de buitenwereld die ongetwijfeld heel kritisch zal blijven meekijken naar hoe wij als kerk voortaan met kinderen omgaan.

Dat zo zijnde is het goed om ons te realiseren dat wij als kerk geroepen zijn om kinderen en ouders te helpen bij het opgroeien van een kind, vooral op spiritueel gebied. Daarom is het van enorm belang dat er catechese is voor kinderen en andere activiteiten waardoor kinderen spelenderwijs bij de kerk en het geloof worden betrokken. En dat de contacten met de scholen blijven bestaan of, als ze zijn verwaterd, opnieuw worden aangeknoopt. Verder kan diaconie een brug slaan. In de coronatijd zijn in tal van kerken jongeren ingezet om ouderen te helpen met karweitjes als boodschappen doen en de tuin bijhouden. Actief zijn als jongere voor anderen is “geloven door te doen”. Het M25 programma dat in de hele Nederlandse kerkprovincie is ingevoerd, bewijst dat jongeren ook op die manier bij de kerk getrokken kunnen worden. Tot heil van henzelf maar zeker van ons volwassenen en ouderen. Want wie het Koninkrijk Gods niet als een kind als een kind ontvangt, zal het zeker niet binnengaan (Marcus 10:15).

 

 

[1] Doorklik naar https://missingchildreneurope.eu/Portals/0/Docs/Annual%20and%20Data%20reports/Old/Figures%20and%20Trends%20Report%202017.pdf