Print deze pagina
Geschreven door  Aristoteles
in Filosofie
Tags
Hits 12834

De wil tot vriendschap komt snel...

Volmaakte vriendschap is vriendschap tussen goede mensen, dat wil zeggen, tussen mensen die elkaars gelijken zijn op het stuk van voortreffelijkheid. Die wensen elkaar namelijk op dezelfde wijze het goede toe in zoverre zij goed zijn; en ze zijn goed op zichzelf. Mensen nu die hun vrienden het goede toewensen omwille van henzelf zijn vrienden bij uitstek; zij houden immers van een ander in zoverre hij is wie hij is en niet om een bijkomstige eigenschap. Hun vriendschap duurt dan ook voort zolang zij goed zijn; en voortreffelijkheid is duurzaam. Verder is ieder van beiden goed zonder meer en goed voor zijn vriend: goede mensen zijn zowel goed zonder meer als nuttig voor elkaar. En op dezelfde wijze zijn zij ook aangenaam: goede mensen zijn zowel aangenaam zonder meer als aangenaam voor elkaar. Elk schept immers genoegen in de handelingen die hem eigen zijn en dus ook in soortgelijke handelingen van anderen; en goede mensen handelen op dezelfde of op soortgelijke manier. Zo’n vriendschap is vanzelfsprekend duurzaam, want daarin zijn alle kenmerken verenigd die vrienden moeten hebben. (…) Daardoor bestaan liefhebben en vriendschap bij goede mensen in de hoogste mate en op de beste manier.

Zulke vriendschappen zijn natuurlijk maar zeldzaam; zulke mensen zijn immers niet talrijk. Bovendien vergt zo’n vriendschap tijd en wederzijdse vertrouwdheid. Want zoals het spreekwoord zegt is het onmogelijk ‘met elkaar bekend te worden’ voordat men de bekende ‘schepel zout’ met elkaar gegeten heeft. Twee mensen kunnen elkaar dus ook niet accepteren of echte vrienden zijn voordat elk van beide heeft aangetoond dat hij de vriendschap van de ander waard is en zij elkaars vertrouwen gewonnen hebben. Mensen die elkaar vlug blijken van vriendschap geven hebben zeker de wens vrienden te zijn, maar zijn het daardoor nog niet: zij moeten elkaars vriendschap ook waard zijn en elkaars gevoelens kennen. De wil tot vriendschap komt snel maar vriendschap zelf niet.

Ethica Nicomachea, VIII, 4, 1156 a 6 – 1156 b 30