Op 8 april j.l. gaf paus Franciscus een lang interview aan het Engelse katholieke weekblad the Tablet. Een belangrijke boodschap uit het interview is dat de coronacrisis behalve veel ellende ook iets goeds kan voortbrengen. Het kan een aanleiding voor bekering worden. Hij illustreerde dit aan de hand van drie belangrijke literaire werken. De paus die in het begin van zijn loopbaan leraar literatuur is geweest, spreekt over de volgende drie boeken:
- “De verloofden” van Alessandro Manzoni. Dit boek is in Nederland niet zo bekend maar elke enigszins gestudeerde Italiaan kent “I promessi sposi”. Het is het liefdesverhaal van een jong stel in het Milaan in 1630 ten tijde van een grote uitbraak van de pest. Een plaatselijke pastoor speelt een kwalijke rol maar de aartsbisschop van Milaan maakt veel goed en er is een heldenrol (in stilte) voor de kapucijner monniken die zich met gevaar voor eigen leven inzetten voor de mensen die aan de pest lijden. Paus Franciscus heeft nog wel een interessant puntje van kritiek op de aartsbisschop die zich op een bepaald moment naar een dorpje in de buurt begeeft maar om besmetting te voorkomen het venster van zijn rijtuig gesloten houdt. De mensen hebben een herder nodig die bereid is dichtbij de mensen te komen, zegt de paus, ook als die daarmee misschien zijn leven in de waagschaal stelt.
- “Aeneis” van de Romeinse schrijver Vergilius. Bekend bij gymnasiasten omdat ze delen van dit grote dichtwerk hebben moeten vertalen. De hoofdpersoon Aeneas ontsnapt met een kleine groep volgelingen aan de ondergang van de stad Troje en vindt uiteindelijk na vele gevaren te hebben getrotseerd in Italië een nieuw bestaan. Tijdens zijn vlucht ondervinden ze allerlei soorten gevaren en om zijn volgelingen een hart onder de riem te steken zegt Aeneas: herpak je en verjaag de angst die jullie verlamt; op een dag zal het ons helpen om ons dit alles te herinneren. Vergilius bereidt ons voor, aldus de paus, op wat we na de pandemie moeten doen: ons herinneren wat is gebeurd en daar lessen uit trekken.
- “Ondergrondse notities” van Fjodor Dostojevski. In deze novelle wordt een persoon naar de gevangenis gestuurd omdat hij zijn vrouw heeft vermoord. Het leven daar wordt steeds onmenselijker. Op een bepaald moment spreken de medewerkers van het ziekenhuis van de gevangenis over de zieken die binnenkomen niet meer als mensen maar als “die dingen”. Maar dan staat één van de medewerkers op en zegt : genoeg, ook hij had een moeder”. De paus waarschuwt ervoor om in deze crisis de armen als mensen te blijven zien, als mensen die ook een moeder hebben die hen lief heeft. Hoe zeer ook de crisissituatie ons allen treft.