Gedragscode
REGELS VOOR DE OMGANG VAN LEIDINGGEVENDEN MET KINDEREN/JONGEREN OP KAMPEN
Deze regels die door de Johannes Stichting zijn opgesteld, zijn bedoeld om normen te stellen voor de omgang van leidinggevenden met kinderen/jongeren op kampen en zullen in geval van overtreding tot het instellen van een klachtprocedure of een disciplinaire maatregel leiden.
1. Lichamelijke aanraking van kinderen en jongeren bij het begroeten, bemoedigen, troosten, bieden van geborgenheid of bidden mag niet gericht zijn op eigen behoefte en moet in verhouding staan tot de leeftijd van het kind/jongere (tiener). Bij lichamelijke aanraking dient het kind/jongere steeds uitgangspunt te zijn: wie als kind bij voorbeeld graag omhelsd wordt, zal een dergelijk nabijheid als jongere in de regel afwijzen.
2. Gesprekken onder vier ogen met een kind/jongere vinden alleen plaats in hiertoe bestemde ruimtes of in ruimtes waar van buiten makkelijk naar binnen gekeken kan worden.
3. In slaap- of sanitaire ruimtes en dergelijke (bv. kleedkamers) is het niet toegestaan om alleen met een kind of jongere te blijven, behalve wanneer de hoofdleiding dit vanwege een bijzondere situatie (bijv. bij ziekte, blessure of heimwee) vraagt. Dergelijke bijzondere situaties moeten binnen de leiding besproken worden.
4. Het observeren, fotograferen of filmen van kinderen en jongeren bij het omkleden e.d.m. is verboden.
5. De nodige discipline mag alleen op een pedagogisch zinvolle en toegestane wijze gebeuren. Iedere vorm van lichamelijke straf is bij voorbeeld verboden.
6. De leidinggevende die bij zichzelf een persoonlijke of lichamelijke aantrekkingskracht voor ene kind/jongere constateert, moet de verdere begeleiding van het kind/jongere aan een andere leidinggevende overdragen en de hoofdleiding hierover in kennis stellen. In geen geval mag het betrokken kind/jongere met dit probleem worden geconfronteerd. Vanuit hoofdleiding wordt ondersteuning geboden aan deze leidinggevende.
7. Een leidinggevende moet rekening houden met de mogelijkheid dat een kind/jongere zich tot een leidinggevende aangetrokken voelt en dat het tot een soort “verliefdheid” kan komen. Wanneer dit door de betreffende leidinggevende wordt opgemerkt, moet deze niet alleen alles vermijden wat dit gevoel van verliefdheid kan bevorderen, maar ook alles ondernemen om het kind of de jongere te helpen deze “verliefdheid” te overwinnen. Aangeraden wordt om in een dergelijke situatie iemand van de hoofdleiding om raad en steun te vragen. Ook dient deze situatie met de leiding opgenomen te worden.
8. Een leidinggevende moet exclusieve vriendschappen met een kind/jongere en alles wat het ontstaan hiervan zou kunnen bevorderen vermijden. Zo moet men erop letten niet steeds in de buurt van dezelfde kinderen of jongeren te zitten bij maaltijden of in de bus.
9. Een leidinggevende moet financiële giften, cadeautjes voor en van een kind/jongere die niet in verhouding staan tot de begeleidingsopdracht vermijden.
10. Bij de keuze van films, spellen en schriftelijk materiaal dient erop te worden gelet dat deze geschikt zijn voor leeftijdscategorie van de kinderen/jongeren. Ditzelfde geldt voor taalgebruik, woordkeuze alsmede voor elke vorm van persoonlijke interactie of vermaak.
11. Jongens en meisjes slapen in gescheiden slaapruimtes. Ook de leidinggevenden gebruiken gescheiden slaapruimtes.
12. Wanneer aan een kamp jongens en meisjes deelnemen, moeten de leidinggevenden zowel uit mannen als vrouwen bestaan.
13. Voor deelnemers aan een kamp is gebruik van alcohol, energieverhogende drankjes en drugs verboden. De hoofdleiding bepaalt of en wanneer de leiding licht-alcoholische dranken kan gebruiken.
14. Leidinggevenden moeten zich gepast kleden uit respect voor hun eigen lichaam, voor de broeders en zusters en voor de kinderen/jongeren. Concreet houdt dit bijvoorbeeld in, dat ondergoed niet te zien is, dat er geen blote rand te zien is tussen shirtjes en broek of rok, dat broeken en rokken tot 10 cm boven de knie komen en dat voor de meisjes de shirtjes bovenaan niet te diep zijn uitgesneden.
15. Deelnemers aan een kamp boven de 16 jaar mogen – naar toestemming van de ouders – roken op de plaatsen die de leiding aanwijst. De leidinggevenden roken niet in aanwezigheid van deelnemers.
16. Leidinggevende zorgen ervoor dat zij met de hele leiding samen een team vormen waarbij niemand wordt uitgesloten. Dit brengt mee dat leidinggevenden geen stelletjes moeten vormen.
17. Iedere leidinggevende heeft zich aan de wettelijke voorschriften wat betreft de kinder- en jeugdbescherming te houden
18. Dit protocol moet aan het begin van ieder werkjaar en van iedere activiteit die meerdere dagen duurt worden doorgenomen door de leidinggevenden en door dezen te worden ondertekend.
19. Binnen de leiding wordt één persoon als „hoeder“ van deze regels te benoemen. Leidinggevenden moeten bij verdenking van overtredingen van deze regels als eerste met deze ,,hoeder” contact op te nemen. Hij/zij is verantwoordelijk om de benodigde vervolgstappen te ondernemen. Daarbij moet ruggespraak worden gehouden met het verantwoordelijke bestuurslid.
Voor dit jaar is ………………………. de hoeder. Tel.: …………………….
Naam leidinggevende:
Plaats en datum:
Handtekening: