Door onze missie onder de aidsslachtoffers, kin deren en volwassenen en door de hulp en steun van voornamelijk hindoe-buren staan we nog aan rand van de gemeenschap. Maar wij zoeken het centrum. En om daar te geraken werkt niets zo goed als 4F om terug te komen op de slogan van het jongerenfestival dat hier vorige winter plaats vond. Het was trouwens geen winter in de zin zoals wij dat in het westen zien, maar ook niet in de plaatselijke betekenis van moesson. Formation, fellowship, fun and faith, de 4 F’s, dat was het magische recept voor de bijeenkomst van 800 jongeren die was georganiseerd door de Eagles groep die was ingesteld door broeder Anul-Nessan. Een meeslepende dag die prima verliep in nauwe samenwerking met de bisschop en in samenwerking met de plaatselijke gemeenschappen en bewegingen. Een herhaling is in voorbereiding voor juli, met de bedoeling de jongeren van Pondichery mee te nemen naar Rio, weliswaar in de geest maar toch echt.
Dankzij de Eagles begint de jongerenpastoraal te lopen, ondanks verzet van de staatuniversiteit die naast onze priorij ligt. Onze Arul Ashram (instituut) dient regelmatig als landingsterrein voor een bataljon tweewielers die daar zijn geparkeerd door jongeren op zoek naar een christelijk leven dat wat te betekenen heeft. De Arul Ashram is voor sommigen landingsterrein, voor anderen plaats om zich terug te trekken, en voor allen een geestelijke startbaan, maar in de eerste plaats het tehuis voor ongeveer 90 mensen. De inzet voor de aidspatiënten, begonnen als een alibi om in India te kunnen blijven – alle buitenlandse religieuzen waren uit India verjaagd toen broeder Dominique in Pondichery aankwam voor de stichting – is nu tot een uitdaging geworden. Een uitdaging om de kinderen op langere termijn te begeleiden, een uitdaging om van de veelkleurige en wisselende bevolking van de Ashram een familie te maken. Een uitdaging om een cultuur van ontmoeting te ontwikkelen tussen al die verschillende groepen die samen die grote oker- en groengekleurde tuin vormen, wat wel de nationale kleuren zijn, maar waarin je ook de saffraankleur van de Hindoemonniken kunt zien, maar waarom ook niet een knipoog van de hoop, waarom ook niet?
In ieder geval is het een uitdaging voor broeder Charbel, die het kinderwerk op zich genomen heeft. De zorg voor de volwassenen wordt door de zusters van Cluny gerealiseerd, zij hebben hun priorij ook in de ashram. Elke broeder begeleidt verder ook allen die bij ons wonen, de een de vrijwilligers, de ander de studenten, en weer een ander de postulanten. En de ‘grootvader’ bij dat alles is voortaan broeder Pierre, want ‘grootvader’ betekent in het Tamil de leider, de hoofdverantwoordelijke. Behalve dat hij zich met het timmerwerk in de ashram bezighoudt zet broeder Pierre zich helemaal in voor de opleiding van religieuze gemeenschappen. Daarvoor mag hij dan ook op een motorfiets rijden, wat de jaloezie van broeder Jean-Savio opwekt. En die heeft eindelijk de regels van cricket begrepen. Maar na de theorie komt de praktijk en daarom heeft hij nog een derde stagejaar gekregen.
Broeder Jean-Savio